Een
verhaaltje van niks, zei Jean-Christophe Rufin tegen mij, toen ik hem ruim een
half jaar geleden sprak in Parijs, maar misschien was het wel het mooiste
verhaal dat hij ooit had geschreven. Het ging over een hond en het was een
anekdote die een vriend van hem hem had verteld. Meer kon hij er niet over zeggen,
dan zou hij meteen de clou weggeven. Rufin had het over Le collier rouge, zijn
meest recente boek, dat een paar maanden geleden bij Gallimard verscheen.
Inderdaad,
vergeleken bij de dikke historische panorama’s die de arts-schrijver-diplomaat
eerder publiceerde, is Le collier rouge een dun boekje. Het is een miniatuurtje
over de relatie tussen een boer en een hond. Maar het gaat ook over strijden
voor het vaderland, over verloren illusies en misverstanden in de liefde. Een
soldaat zit gevangen in een kazerne in de Berry, vlakbij Bourges, in het midden
van Frankrijk. De Eerste WO is net afgelopen, het is 1919. De man heeft zich
onderscheiden, het Légion d’honneur gekregen. Toch is hij in de gevangenis
beland, waar zijn hond dag en nacht voor zijn cel zit te blaffen, totdat hij er
bijna letterlijk bij neervalt. Een rechter zoekt hem op met de opdracht te
onderzoeken wat er mis is gegaan, waarom en een uitspraak te doen.
Wat de man
op zijn geweten heeft blijft tot op de laatste bladzijden verborgen. Rufin
slaagt erin de spanning vast te houden, met enkele pennenstreken twee mannen en
hun verleden te schetsen. Er ontluikt een vriendschap die, gezien hun
verschillende achtergrond en positie, geen toekomst heeft. Maar het verhaal is
ook een aanklacht tegen de waanzin van de oorlog die Europa in de vorige eeuw
verscheurde. Een mooi, poëtisch geschreven verhaal – puur en onopgesmukt. Een
roman die, zoals ieder boek van Rufin, in Frankrijk maandenlang in de
bestsellerlijsten stond.
Jean-Christophe
Rufin, Le collier rouge, Gallimard.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten