maandag 28 maart 2011

Amin Maalouf: de Arabische wereld verandert van millennium


Hun leven is veranderd, ze zijn trots, er is hoop. Vorig jaar nog zei Andrée Maalouf tegen haar man Amin dat de hele wereld in beweging was, vooruitgang boekte, behalve dat deel van de wereld waar zij vandaan komen. Inmiddels is alles anders, ook in Parijs, waar ze al meer dan 30 jaar wonen.

In zijn onlangs in Nederlandse vertaling verschenen boek De ontregeling van de wereld schetste de schrijver, denker en essayist Amin Maalouf een desastreus portret van de Arabisch-islamitische landen die, vol van wrok tegen de wereld en vooral tegen zichzelf, steeds dieper wegzonken in een 'historische put'. Geen enkel Arabisch regime ontleende zijn legimiteit aan een mandaat van het volk, er was geen enkele regering die door het volk gekozen was, er heerste een volledig gebrek aan moreel bewustzijn. Barbaarsheid nam overal de vorm aan van intolerantie en obscurantisme. Maar nu is er hoop.

Maalouf: ,,Decennialang onderdrukte frustraties zijn naar buiten gekomen. De mensen werden geregeerd door regimes die de burger niet respecteerden, door mensen die de natuurlijke bronnen van hun land beschouwden als hun privébezit. De omvang van de corruptie konden we ons niet voorstellen. We hebben de wil tot verandering onderschat. Nieuwe communicatiemiddelen hebben de afgelopen tijd een cruciale rol gespeeld. Ineens konden mensen die elkaar niet in het openbaar durfden te ontmoeten toch contact leggen. Op twitter zei een Egyptenaar dat alle 80 miljoen Egyptenaren hun telefoonnummers hadden uitgewisseld, 'en als iemand hen kwam lastig vallen, dan belden ze elkaar meteen'. De mensen pikken het niet meer. Bij het referendum dat net in Egypte werd gehouden was iedereen dolblij met het ritueel van de democratie. De premier die kwam stemmen ging in de rij staan, net als de anderen. De gouverneur van een regio die als vanzelf de rij voorbij wilde lopen, werd uitgejouwd. Er is echt sprake van een cultuurverandering, de burgers willen gerespecteerd worden. Geen machthebber meer die kan doen alsof het land hem toebehoort. En het zal niet meer stoppen. Wat er de laatste dagen in Libië is gebeurd is het tipping point. Met ongelofelijk veel moed hebben de mensen de barrière van angst doorbroken. Als men Gaddafi zijn volk had laten uitmoorden, zou alles, ook in Egypte en Tunesië, weer op lossen schroeven hebben gestaan. In dat proces was de stemming in de VN, in de nacht van 17 maart, beslissend. Toen heeft de democratie gewonnen. De Arabische dictaturen zijn anachronistisch geworden. Alle oude regimes zijn in de verdediging, hen is geen lang leven beschoren. Het ene regime zal zich heftiger verdedigen dan het andere, sommigen zullen zich zelf hervormen. De meeste monarchieën zijn begonnen met een proces van democratisering. Wat de Arabische uitzondering genoemd werd was een echt probleem, in de eerste plaats natuurlijk voor de Arabische bevolking, maar het maakte de hele wereld doodziek.

De revoluties worden voornamelijk gedragen door jongeren die in contact staan met de hele wereld.

Op hun facebookpagina's verklaren de jongens die in Egypte de revolutie leidden dat hun helden mensen zijn als Bill Gates, Steven Jobs en Warren Buffet. Met het internet ontstond er een nieuw middel voor politieke actie. Die zal zich niet beperken tot de Arabische wereld. Ook elders ontbreekt het aan democratie. En op weer andere plekken is de democratie tot een routinematige gang naar de stembus geworden, een ritueel zonder echte inhoud. Burgers volgen nu de politiek op ieder moment, niet alleen meer één keer in de vier jaar als er verkiezingen zijn. Er is een nieuwe vorm van politiek bedrijven geboren.

Niet iedereen in het westen lijkt even enthousiast over wat zich in de Arabische wereld afspeelt.

Natuurlijk zijn er mensen bang als ze zien wat zich in de Arabische wereld afspeelt. Maar wat gebeurt er? We zien de nederlaag van het obscurantisme, van alles wat werd gesymboliseerd door 11 september, de wanhoop, de haat. Wat er vandaag gebeurt is het echte antwoord op 11 september, alleen precies het tegenovergestelde. Het gaat uit van hetzelfde punt, de wanhoop en de wens te sterven, maar dan sterven voor de vrijheid, voor een beter leven, voor de democratie, voor het recht te leven, het recht op welzijn! Iedere keer als er een dictator vertrekt wordt er gezegd, ja, maar wat komt er nu? We moeten vertrouwen hebben in al die mensen, ze zullen hun land opbouwen. Al die fondsen die Egypte heeft in de VS, kunnen nu worden aangewend voor het bouwen van scholen, van ziekenhuizen.

Wat heeft volgens u daarbij prioriteit?

Overal moet eerst het onderwijs worden georganiseerd. Tot aan de jaren 50 had Egypte uitstekende universiteiten, daarna ging het bergafwaarts. Universiteiten moeten geen loze diploma's uitdelen, alleen maar omdat mensen daarmee werk kunnen vinden. Met goed onderwijs zet je een land op de rails.

Velen zijn beducht voor de rol van de islamisten.

Dictatuur en extremisme gingen altijd samen. Dictatoriale regimes baseerden hun zogenaamde legitimiteit op het feit dat de rest van de wereld dacht dat ze een barrière vormden tegen het religieuze extremisme. Maar vaak speelde de dictator onder een hoedje met het terrorisme. Van Gaddafi is dat bekend. Ook in Egypte bestreed het regime zogenaamd het terrorisme. Nu blijkt dat de aanslag op 1 januari, op de kerk in Alexandrië het werk was van de minister van buitenlandse zaken. Zo werkt dat. Aan dit soort dingen zal niet meteen een einde komen, maar dit behoort wel tot een andere tijd. We veranderen niet alleen van decennium, maar van millennium.
Dictatuur en extremisme zijn twee kanten van dezelfde medaille. Die hele medaille moet nu overboord. Dat wil niet zeggen dat de islam geen rol zal spelen. Bij vrije verkiezingen zal de fundamentalistische islam waarschijnlijk tussen 15 en 30 procent van de stemmen krijgen. Dat is geen probleem. Overal en iedere dag zal er een politiek debat worden gevoerd, over nieuwe wetten, over de positie van de vrouw. Uitgangspunt daarbij is de onschendbaarheid van de democratie. Ik verzeker je dat al die mensen die de revoluties mogelijk hebben gemaakt niet zitten te wachten op een Khomeiny of een systeem van mollahs. Zeggen dat alle moslims hetzelfde zijn is stom en schadelijk. Khatami in Iran is niet als Ahmadinejad, de Turkse islamisten zijn niet die van Afghanistan en ook in de moslimbroederschap in Egypte zijn alle richtingen te vinden. Uiteindelijk moeten dit soort partijen zich ontwikkelen in de richting van de christendemocraten in Europa.

Dus de angst die sommigen uitspreken is ongegrond?

Ach, die angst is heel begrijpelijk. Zelfs ik die daar geboren ben, die de hele regio ken, die alles daar altijd volg, zelfs ik ben ondersteboven van wat er nu gebeurt. Dus het is heel normaal dat iemand die niet zo betrokken is, die alles van de buitenkant ziet, daarvan schrikt. Als je op de televisie duizenden mensen ziet bidden op het Tahirplein, dan weet ik wat dat wil zeggen. Maar iemand die de codes niet kent raakt van slag. We moeten observeren, uitleggen.  Het Tunesische regime viel op 14 januari, een week later sprak men van een vluchtelingenprobleem dat een week later weer was opgelost. Geef de mensen tijd om zich te ontwikkelen, maak een Europees Marshalplan, moedig het westen aan te investeren. Eindelijk  krijgt Europa aan de andere kant van de Middellandse Zee een partner, waar mensen kunnen beginnen met werken, in plaats van in bootjes naar een Italiaans eiland te vluchten.
Wat er nu gebeurt is ongelofelijk positief voor de vrede in het Midden-Oosten. Degenen die dachten dat er nu geen vrede meer mogelijk was, zullen ongelijk krijgen. Tot nu toe was er geen vrede mogelijk, nu wel. In mijn recentste boek schreef ik dat je, als je een dictator respecteert, het volk minacht. Nu hebben we de kans om het volk te laten zien dat het wordt gerespecteerd.

Wat voor invloed zullen de gebeurtenissen in de Arabische wereld hebben voor Europa?

In Europa hadden we de laatste tijd te maken met een enorme stijging van de xenofobie, in de Arabische wereld met een toename van fanatisme en geweld. Die twee voedden elkaar. Wie nuances wilde aanbrengen werden tussen die twee vermalen. Vanaf nu zal dat anders worden. Het idee van een uitbreiding van Europa naar het zuiden van het middellandse zeegebied was ondenkbaar en nu is het niet het goede moment om daarop terug te komen. Maar ten zuiden van de Middellandse Zee zal de realiteit een hele andere worden. Op een gegeven moment zullen we ons wellicht gaan afvragen of Turkije, Marokko, Tunesië en Egypte een plek moeten krijgen in het Europese geheel of dat we iets anders moeten verzinnen. Dan denk ik niet aan de Union pour la Méditerranée, maar aan een soort Mediterraneane Unie naar model van de Europese. Maar goed, laat de democratie zich eerst consolideren, laat de economie op gang komen, dan volgt de mentaliteit daarna wel.  
Hoe zullen de revoluties uitwerken op de integratieproblematiek in Europa?
De golf van xenofobie groeit nog steeds. Dat gaat samen met politieke krachten die dat wantrouwen efficiënt inzetten. De golf zal nog wel wat groeien, maar op den duur zal de werkelijkheid niet meer overeenstemmen met dat politieke discours. Naarmate de Arabische wereld verandert, verandert ook het beeld dat men van haar heeft. Neem de jongeren in de Franse banlieues: die zien op de tv hoe Franse troepen het Libische volk steunen om van een gehate dictator af te komen. Ze identificeren zich met hen. Die jongens waren trots dat ze de Franse vlag zagen wapperen op het plein in Benghazi. Dat is heel wat anders dan toen die jongens op tv zagen hoe westerse militairen Irakezen doodden.

Wat vindt u van de rol die Arabische intellectuelen en schrijvers spelen, denk aan Alaa el Aswany, Nawal el Sadawi en Sonallah Ibrahim ?

In het Westen en ook in de Arabische wereld zijn Arabische intellectuelen vaak bekritiseerd. De realiteit is dat er weinig regio's in de wereld zijn waar intellectuelen zo'n prijs hebben betaald voor de vrijheid. Honderden schrijvers en anderen zijn gedood in Algerije, in Egypte, in Libanon, ze hebben hun stem verheven en dat met de dood moeten bekopen. In de recente revoluties waren het vooral jongeren van in de 30 die het voortouw hebben genomen en dat is ook goed. Maar een land dat wordt opgebouwd heeft ook mensen nodig die nadenken, die conceptualiseren. Een spontane beweging kan niet eeuwig spontaan blijven. In de Arabische wereld woedt momenteel een debat over de vraag of je moet spreken van een revolutie in het enkelvoud of revoluties in het meervoud. Alletwee zijn ze van toepassing. Aan de ene kant is geen land hetzelfde, aan de andere kant is het evident dat dezelfde beweging zich overal in de Arabische wereld heeft verspreid en dat het de mensen niet onverschillig liet wat er in hun buurland gebeurde. Opvallend genoeg is dat nu precies de nieuwe manier bij uitstek om naar de Arabische eenheid te kijken. Voordien zag men die eenheid in termen van nationalisme. Nu heeft het idee van een Arabische wereld die lijkt op de Europese Unie betekenis. Stel je een twintigtal Arabische democratische staten voor die burgerrechten respecteren, die nauw samenwerken op allerlei gebied en je ziet een nieuwe Arabische wereld die voor het eerst een belangrijke partner kan zijn van het westen en van de rest van de wereld.


Over Maalouf
Maalouf wordt op alle continenten gelezen. Of je nu iemand spreekt in Izmir, in Thessaloniki, Caïro of  Montréal, hij wordt op handen gedragen: 'hij kent ons, hij schrijft voor óns'. De een denkt aan zijn boek over de kruistochten gezien door Arabische ogen, de ander aan zijn essay Moorddadige identiteiten, de derde aan een van zijn vele historische romans, Samarkand of De omzwervingen van Baldassare. Maalouf is een man met één been in de Westerse wereld, met het andere in de Arabische. Hij werd geboren in Libanon en woont sinds 1976 in Frankrijk. In zijn boek Oorsprong schetste hij de geschiedenis van zijn familie, waarin ongelofelijk veel talen, religies en achtergronden samenkomen en die inmiddels over de hele wereld is uitgewaaierd. Maalouf werkte als journalist, versloeg wereldwijd oorlogen, van Vietnam tot Somalië en Iran. Hij is een romanschrijver, een reiziger, een verhalenverteller, maar ook een Erasmiaans denker en essayist.


zondag 6 maart 2011

René de Obaldia: De Graf Zeppelin of De lijdensweg van Emile

Emile is een verzekeringsman, een man met een 'eeuwig paar handschoenen', een hoed en een plu, een smetteloos vest en een das met een dasspeld, 'een man van zekerheden, stomvervelend'. Ongeliefd bij zijn collega's legt hij papieren op volgorde en sorteert systeemkaarten. Bovendien is hij bijziend. Iemand kan 'op spuugafstand' vermoord worden zonder dat hij een vin verroert. Door zijn handicap leeft hij 'uitgesloten van de buitenwereld die onze verhoudingen beheerst' en 'altijd op de toppen van zijn qui-vive'.
Emile is al twaalf jaar getrouwd met Angélique. 'Zoals alle vrouwen', merkt de verteller op, 'had Angélique gedacht dat haar man een andere man was'. Maar nee, 'de dagen die zich op de dagen stapelden' dwongen haar zich bij de feiten neer te leggen. Angélique heeft geen idee van wat er in haar man omgaat. 'Wie zou trouwens een vermoeden gehad kunnen hebben van de gedachten van een man die op het eerste oog van geen enkele blijk gaf?' Niemand lijkt hem echt te zien, soms stoft zijn vrouw hem per ongeluk af, als was hij een gipsen beeld. Treurig genoeg is Emile zich terdege bewust van de schlemielige indruk die hij maakt op zijn omgeving. Als zijn vrouw de deur hoort slaan, roept ze: 'Ben jij dat, Emile?' 'Ja, ik ben het, bevestigt hij dan troosteloos. Wat had hij graag gewild dat het een ander was!'
Het is, kortom, geen midlife crisis die de veertigjarige Emile doormaakt, maar een lifecrisis tout court. We hebben hier te maken met een man die nooit geboren had willen worden, in wie geen enkele vezel in staat is van het leven te genieten. Als zijn vrouw zwanger wordt, verandert ze in de ogen van haar man in louter buik. De buik ontneemt hem zijn plaats in het echtelijk bed, hij drukt hem 's nachts steeds dichter tegen de muur aan. 'Een snel rekensommetje leerde dat men hem (...) op een ochtend geplet tegen het bloemetjesbehang zou aantreffen, als een vlieg. En wie gaat er naar de begrafenis van een vlieg?'
Doodgedrukt, overbodig, uitgerangeerd, afgedankt - beter valt de rol van aanstaande vader hier niet te karakteriseren. Een kort moment van onachtzaamheid en weg is je plaats, verdrongen word je door een buik en later door een schreeuwend cycloopje dat één wordt met de vrouw die in beter tijden je wederhelft was.
De Frans-Panamese dichter en schrijver René de Obaldia (1918) schreef het boek meer dan een halve eeuw geleden, maar zijn vaderschapsthema is, in een tijd waarin er weinig meer over is van de traditionele rol van man en vrouw, actueler dan ooit. Zijn benadering is geestig en tegelijkertijd intens tragisch.
Als tijdgenoot van Ionesco, Beckett, Genet en Adamov maakte ook Obaldia in de jaren '50 vooral naam als toneelschrijver van het 'nouveau théâtre'. In de kleine Parijse theaters werd er in het midden van de vorige eeuw naar hartelust geëxperimenteerd met nieuw toneel vol woordspelletjes, trivialiteiten, grappen en allerlei andere ongebruikelijke en vermakelijke stijloefeningen. Obaldia excelleerde in wat toen - naar het experimentele toneel op de linker oever van de Seine - het Cabaret Rive gauche heette en wat we nu het theater van de gulle lach zouden noemen. Zo schreef hij bijvoorbeeld een 'western de chambre', Du vent dans les branches de sassafras, waarin hij platte humor niet schuwt ('Pamela, laat niet altijd je borsten over tafel hangen als ik bid').
De nu door Mirjam de Veth vertaalde en van een nawoord voorziene roman kreeg in 1956 de Grand prix de l'humour noir. Doorgaans leidt dit soort humor nauwelijks tot een succes dat eeuwen overstijgt. Toch is René de Obaldia, vooral dankzij zijn autobiografie en zijn romans, die steevast als 'fantasievol' worden gekarakteriseerd, in 1999 toegetreden tot de Onsterfelijken van de Académie française.
De zwarte, absurdistische humor die Obaldia bezigt in De Graf Zeppelin of de lijdensweg van Emile is tegenwoordig nauwelijks meer te vinden in de Franstalige literatuur; film, strip en stand-up comedy zijn inmiddels geschikter voor dit soort humor. Toch lees je ook nu nog het verhaal van Emile, 'broeder van blunders en mist', met ongelofelijk veel plezier. Met iedere stap schrijdt Emile voort naar 'het rijk van de waanzin', als 'hogepriester van de wanhoop' vraag hij zich steeds vaker af of hij wel echt bestaat. Als een man van zijn tijd ziet Emile op het bioscoopjournaal beelden van de Graf Zeppelin die explodeert. (In werkelijkheid was het de Hindenburg die in 1937 vlam vatte). Op het filmdoek ziet Emile 'een man met een brandnieuwe strohoed' die op het punt staat te sterven en die wanhopig naar hem wenkt. In dit tragische beeld balt Obaldia metaforisch alles samen: buik, ballon, brand en begrafenis.
Uiteindelijk gaat Emile in zijn beste pak alleen uit wandelen. Een visser met een strohoed hoort een plons. 'Maar was dat geen springende karper?'


René de Obaldia: De Graf Zeppelin of De lijdensweg van Emile. Vertaald door Mirjam de Veth. Coppens & Frenks. Prijs € 22,-