woensdag 14 november 2012

Leestips voor docenten Frans (en anderen natuurlijk)


Dit zijn de boeken die ik in meer of minder detail behandelde tijdens de workshop op de docentendag Frans, 13 november 2012, in Nieuwegein.

Mathias Enard, Rue des voleurs, Actes Sud
Atiq Rahimi, Syngué Sabour, P.O.L.
Maudit soit Dostoïevski, P.O.L.
Florence Noiville, L'attachement, Stock
Marie NDiaye, Trois femmes puissantes, Gallimard
Alexis Jenni, L'art français de la guerre, Gallimard
Vassilis Alexakis; L'enfant grec, Stock
Thierry Beinstingel: Ils désertent, Fayard
Patrick Deville: Pest & Choléra, Le Seuil
Joël Dicker: La Vérité sur l'Affaire Harry Quebert, Ed. de Fallois/L'Age d'homme
 Jérôme Ferrari: Le sermon sur la chute de Rome, Actes Sud
Joy Sorman: Comme une bête, Gallimard
In de reeks Découvertes Gallimard verscheen een boekje over de geschiedenis van de prix Goncourt.
Olivier Rolin: Un chasseur de lions. Le Seuil.
Jean-Philippe Toussaint: La vérité sur Marie, Minuit
L'urgence et la patience, Minuit
Nieuwe brieven van Belle van Zuylen, Koninklijke Bibliotheek (via website te bekijken)
Colette, J'aime être gourmande, L'Herne
Lydia Flem, Comment je me suis séparée de ma fille et de mon quasi-fils, Le Seuil
Jean Echenoz: Ravel, 14
Amin Maalouf: Les désorientés, Gasset
 Khaled al Khamissy: Taxi, Actes Sud
Alaa el Aswany, L’immeuble Yacoubian, Actes Sud
Tahar Ben Jelloun, Bonheur conjugal, Gallimard
Morgan Sportès :Tout, toute de suite, Fayard
Emmanuel Carrère: D’autres vies que la mienne, P.O.L.
Jonathan Littell: Les bienveillantes, Gallimard
Mauvignier: Des hommes, Minuit
Irère Némirovsky
Aurélien Bellanger: La théorie de l'information, Gallimard
Maylis de Kerangal: La naissance d'un pont, Verticales

Voor meer actualiteit, volg mijn blog:
www.margotdijkgraaf.nl

en de website van Academisch-cultureel centrum SPUI25 in Amsterdam:
www.SPUI25.nl




maandag 12 november 2012

Over de nieuwe Jens Christian Grøndahl


Het wachten op een nieuwe Grøndahl duurt altijd te lang. Liefst lees je iedere maand zo'n fijngevoelige roman in prachtig tastend taalgebruik, die je nuancerend, filmisch en poëtisch vertelt hoe het leven eruit ziet. En nu is er weer een, met een prachtige, typisch Grøndahliaanse titel, Voordat we afscheid nemen. Een aankondiging van verlies, een van de grote thema's van de Deense meesterschrijver.



Als altijd lees je Grøndahls eerste bladzijden met extra aandacht. Daarin balt hij vaak zijn zijn hele boek samen, daarin kondigt zich alles aan, van daaruit ontrolt het verhaal zich. 'Ze schaatste in een grote boog het verlaten ijs op', luidt ditmaal de eerste zin. Een bevroren ven, tussen Deense dennen, 'onder de stille hemel'. Een vrouw heeft sinds jaren weer eens schaatsen ondergebonden, ze heeft ze nog niet eerder uit de verhuisdozen gehaald, die dozen 'die ze had meegebracht en nooit opengemaakt toen ze bij hem introk'. Maar op deze dag dus wel. De man staat aan de kant, handen in de zakken, kleumend, hij was 'afgevallen en daardoor hing zijn oude huid losser om zijn botten'. 'Voor de verandering' heeft hij geen camera bij zich. Zij herinnert zich het gevoel van vrijheid dat het schaatsen geeft, 'een vergeten vaardigheid die weer ontwaakte'. Je ziet het beeld voor je, als een verstild schilderij van Edward Hopper dat een verhaal vertelt waarnaar het gissen blijft, de lichtval op het ven, duisternis in het omringende woud, twee nietige, eenzame gestalten.
In het eerste deel van de roman ontrolt zich het verhaal van de jonge vrouw, Barbara, en haar twee keer zo oude man, Marcus. Zij, te vondeling gelegd in Calcutta, geadopteerd, medewerkster van een uitgeverij en 'weekendcosmopoliet', hij gevierd fotograaf, meer op reis dan thuis, 'melancholieke nomade' behorend tot de mensen 'die al vijfentwintig jaar de cultuur bepaalden'. Ze leven 'in de tegenwoordige tijd, de rest was gearchiveerd'. Marcus maakt een eind aan hun relatie en vertrekt naar Soedan.
Waarom? Waarom nu? Wat steekt erachter deze relatie? Waar komen deze mensen vandaan? Wat is het geheim? Dat zijn de vragen die je je als lezer stelt, aan het einde van het eerste deel, vragen waarmee je het tweede deel ingaat. Maar nee, de film is ruw in tweeën geknipt, de voorbode van diepgang blijkt een illusie, de schaatster lijkt definitief in een wak verdwenen. We maken kennis met andere personages, andere ontheemden, met getrouwde mannen die liever vrij waren, met vrouwen die zo hun eigen professionele en persoonlijke problemen hebben, met tijdgenoten in wier leven we niet werkelijk geïnteresseerd zijn omdat we op het spoor van dat ene, enigmatische stel zijn gezet. Dat spoor kronkelt in de marge nog een beetje verder, komt wel terug, maar ontvouwt zich uiteindelijk niet. Als lezer word je tegen het einde van het boek overvallen door een gevoel van teleurstelling. De vrouw die zo veelbelovend het verlaten ijs op schaatste is blijven steken in die mooie eerste boog.

Jens Christian Grøndahl: Voordat we afscheid nemen. Vertaald door Annelies van Hees. Meulenhoff. 288 blz. Prijs € 19,95
  
   

woensdag 7 november 2012

Prix Goncourt 2012 voor Jerôme Ferrari


De Goncourt 2012 is vanmiddag toegekend aan Jerôme Ferrari voor zijn roman Le sermon de la chute de Rome. Dat maakte de secretaris van de jury van de Académie Goncourt, Didier Decoin, om 12.45 uur vandaag bekend, traditiegetrouw in restaurant Drouant, in het 2e arrondissement van Parijs. Daarmee is Ferrari voor de rest van zijn leven financieel onafhankelijk en hoeft ook zijn uitgeverij, Actes Sud, zich voor komend jaar geen zorgen te maken. Tot nu toe werden er al 90.000 exemplaren van het boek verkocht, later deze week liggen er - voorlopig - nog eens 150.000 in de winkel.


Als een hele grote verrassing kwam de bekroning niet - Ferrari gold al weken als een van de twee grote favorieten, zeker sinds Le monde des Livres, de boekenbijlage van het dagblad, op 23 augustus opende met een bijzonder lovende kritiek plus interview met de 44-jarige schrijver. Toen de prix Femina afgelopen maandag aan Patrick Deville werd toegekend, leek Frankrijks belangrijkste literaire prijs Ferrari niet meer te kunnen ontgaan. Zijn zesde, bijzondere roman speelt zich grotendeels op Corsica af. De auteur, tegenwoordig verbonden aan het Institut Français van Abu Dhabi, doceerde er na zijn studie filosofie aan een lyceum in Ajaccio en werd, zo vertelde hij aan Le monde, twee jaar lang gegrepen door de nationalistische geest die er al decennia op het eiland heerst. Hij vertaalde in die tijd ook twee romans uit het Corsicaans naar het Frans.  'Voor het eerst sleept een Corsicaanse schrijver de grootste Franse prijs in de wacht', kopte de Corse Matin trots, luttele minuten nadat de bekendmaking had plaatsgevonden.
De twee hoofdpersonen uit Ferrari's boek zijn jongens die in Parijs gaan studeren, ontdekken dat hun hart daar niet ligt, hun studie aan de wilgen hangen en terugkeren naar Corsica, waar ze, in the middle of nowhere, een bar openen. Hun ziel en zaligheid stoppen ze in het runnen van die bar, ze investeren, nemen goed uitziende, single door het leven gaande bardames aan voor de klandizie en weten van hun dorp de best lopende toeristische trekpleister van het eiland te maken. Zelf nemen ze het er ook van, drank, seks, binnenstromende pecunia - het lijkt niet op te kunnen. Maar Corsica blijft Corsica: al snel ligt er een revolver binnen handbereik achter de bar.
De nationalistische strijd uit de jaren 90, het geweld tussen rivaliserende groepen en de aanslagen die prompt met nieuwe aanslagen werden beantwoord zijn niet direct onderwerp van de roman. Ze vormen er wel de achtergrond van. Ferrari ziet het groot: het mini-imperium van de bar op Corsica staat voor Rome, voor Frankrijk, voor het Franse koloniale rijk, nee: voor alle koloniale imperia en voor héél Europa. Imperia gaan ten onder en zo gaat ook de harmonie in het Corsicaanse minikoninkrijkje scheuren vertonen. Ruzie om geld, om vrouwen, rivaliteit, jaloezie, vreemde blikken van buiten, verschillende toekomstvisies - ze gooien roet in het eten en leiden uiteindelijk tot de onontkoombare catastrofe die je al vanaf de eerste bladzijde voelt aankomen.
De titel van de roman, Le sermon de la chute de Rome, verwijst - enigszins pretentieus - naar de preek van kerkvader Augustinus over de val van Rome, in 410. De val en plundering van Rome legt hij uit als een waarschuwing van God. Ieder hoofdstuk opent Ferrari met een citaat uit diens preek, in het laatste hoofdstuk legt de auteur - voor wie het nog niet helemaal heeft begrepen - nog eens helemaal uit wat dat nu precies was, de val van Rome, hoe hij al die referenties in zijn roman nu bedoeld heeft. Er hangt een doem over de mensheid, er voortekenen van het einde, de Apocalyps is niet ver meer. Europa, berg je maar.
Ook Ferrari's andere personages refereren aan werelden die op hun laatste benen lopen en die inmiddels ten onder zijn gegaan: Indochina, Algerije, het hele voormalige koloniale rijk van Frankrijk is immers, na met bloed en te zwaard te zijn veroverd en verdedigd, roemloos verdwenen - met alle littekens van dien. De Franse functionarissen in het boek zijn 'niet gekomen om beschaving te brengen', - nee, die hebben ze zelf niet eens gekend -, maar om eindelijk 'het leven te leiden dat (ze) verdienen'. En nu zitten ze daar 'in dat koninkrijk van barbaarse droefenis aan het uiteinde van het Imperium'. Hun vrouwen sterven, hun eigen lichaam rot weg in het tropische klimaat van Indochina of Afrika. Ze zien hoe het imperium ineenstort, doem en verderf is overal.
,,In de jaren 90 raakte Corsica ook steeds leger", vertelde Ferrari vanmiddag voor de microfoon van France Culture, ,,er vielen veel doden, mensen trokken weg, er bleven steeds meer vervallen en verlaten dorpen over. Het cliché van Corsica is gewoon waar. Daarom voegen mijn personages zich ook naar dat cliché. Hun lot is onontkoombaar, hun wereldje gaat ten onder".
De vele vertalers die zich nu wereldwijd aan het werk gaan zetten, zullen een harde dobber hebben: het taalgebruik van Ferrari kent vele registers, van religieus en bijbels tot scabreus, poëtisch en hoogdravend, zijn zinnen beslaan niet zelden meer dan enkele pagina's (Proust heeft hij niet gelezen, vertelde hij in een interview). Hij rijgt zinnen met komma's aan elkaar, schrijft nauwelijks dialogen, heeft een groot gevoel voor ritme en speelt met alle tijdsvormen (terugblikken, vooruitblikken) die je je maar kunt voorstellen. Het maakt de Goncourt van dit jaar tot een roman vol historisch besef die een dreigende brug slaat naar het heden, met een zwarte ondertoon, een roman die zich niet aan je geeft, maar die je moet veroveren. Een roman ook die zich plaatst in de recente trend waarbij Frankrijk terug is in de Franse literatuur.
De andere genomineerden waren Patrick Deville, met Pest & Choléra (Le Seuil), bekroond met de Prix Femina; Joël Dicker, met La Vérité sur l'Affaire Harry Quebert (Ed. de Fallois/L'Age d'homme) die vorige week de Grand Prix de l'Académie française kreeg en Linda Lê met haar roman Lame de fond. Matthias Enard, wiens roman Rue des Voleurs, buiten de derde en laatste Goncourtselectie viel, werd vorige week op de boekenbeurs van Beyrouth bekroond met Le Choix de L'Orient, een afgeleide van de prix Goncourt, gekozen uit de eerste nominaties door studenten Frans aan een veelheid van Arabische universiteiten.
Tegelijk met de prix Goncourt werd bekend gemaakt dat de Frans-Rwandese schrijfster Scholastique Mukasonga de prix Renaudot krijgt voor haar roman Notre-Dame du Nil (Gallimard).
Margot Dijkgraaf

Jérôme Ferrari: Le sermon sur la chute de Rome, Actes Sud, 202 blz, € 19


zondag 4 november 2012

Agenda november 2012

Zondag 11 november: lezing op het Bronbeek-symposium van de Werkgroep Indische Letteren. '20 juli 1938, de overtocht'.
Dinsdag 13 november: lezing over recente Franse literatuur op de Docentendag Frans, Nieuwegein.
Woensdag 14 november: uitreiking Erasmusprijs aan Daniel Dennett, Amsterdam
Vrijdag 23 november: interview met Spinozalenswinnaar Pierre Rosanvallon en Willem Schinkel, De Rode Hoed, Amsterdam
Woensdag 28 november, Institut Français, interview met Alexis Jenni, Goncourtwinnaar 2011
Donderdag 29 november, Dag van de Literatuur, interviews met Nelleke Noordervliet, Annejet van der Zijl, Peter Buwalda en Herman Koch
Vrijdag 30 november, moderating the workshop Dimensions in Culture, Getting smaller in Europe, Brussel
Zondag 2 december, interview met Cees Nooteboom, Amstelveen