Annie Ernaux
is een schrijfster die in haar werk altijd dicht bij het dagelijks leven
blijft. Ze schreef over het café annex de kruidenierswinkel waar ze opgroeide,
in een klein Frans dorp. Een milieu zonder boeken, ouders die iedere franc
moesten omdraaien. Ik herinner me haar portretten van haar vader, haar moeder,
een indringend boek over een hartstocht en het daaraan gekoppelde wachten op de
geliefde. Ernaux schrijft dunne boeken, het lijkt alsof ze haar verhaal
uitkleedt totdat er geen enkel overbodig woord meer in staat. Zij is een auteur
die, in tegenstelling tot veel anderen, geen redacteur nodig heeft die haar
adviseert eens een honderdtal pagina’s te schrappen.
Haar
nieuwste boek, Regarde les lumières mon amour, past dan ook heel goed in de
reeks die de Franse socioloog Pierre Rosanvallon zo’n jaar geleden lanceerde.
Hij had een serie boekjes op het oog, aangevuld door verhalen op internet, die
geschreven zouden worden door ‘gewone mensen’. Geen schrijvers, geen
intellectuelen, geen mensen die zich doorgaans al op vele manieren kunnen
uiten. Nee – de metrobestuurder, de kaartjesknipper, de nachtconciërge, de
arbeider, de verpleegster. Die riep hij op om hun verhaal te doen, op de door
hem gecreëerde website www.raconterlavie.fr.
En het werkte. Le roman vrai de la société d’aujourd’hui wilde hij geschreven
zien, met ons als zijn personages. Zo’n 3000 mensen – allemaal onderdeel van le
parlement des invisibles, die hij het woord wil geven - schreven inmiddels hun
eigen verhaal op de site.
Het boekje
van Annie Ernaux is een van de uitgegeven delen in deze reeks. Geen wonder –
haar werk sluit prima aan bij de invalshoek van Rosanvallon. Een jaar lang bezocht
ze de hypermarché bij haar in de buurt met schrijversogen. Daar doet ze verslag
van. Wat ziet ze in de supermarkt? Niet de kleine buurtsupermarkt zoals je die
nog vindt in de grote steden, maar in de hypermarché, op het industrieterrein
waar je ook een Flunch, een beddengigant en een doe-het-zelf bedrijf vindt. Ze
observeert bij ieder bezoek, ze kijkt, ze beschrijft wat ze voelt en meemaakt
om zo iets te vangen ‘van het leven dat zich daar afspeelt’. Ze ziet de
speelgoedafdeling van de enorme winkel, met een traditioneel gescheiden meisjes-
en een jongensafdeling en denkt aan de Femen. Hier zouden jullie moeten komen,
schrijft ze, aan de bron van hoe ons onderbewustzijn wordt gevormd en eens
lekker te keer gaan met al die ‘objets de transmission’. Ze ziet hoe op vrijdag
de visafdeling lange rijen heeft. Niet vanwege religieuze motieven, maar omdat
de vis dan vers is. Ze ziet hoe kinderen hun moeder aan hun kop zeuren om
speelgoed. Hoe een moeder haar dochtertje wijst op de prachtige kerstverlichting - regarde les lumières mon amour. ‘In de wereld van de supermartk en de vrije economie, staat van
kinderen houden gelijk met het kopen van zoveel mogelijk dingen’. Ze ziet
mensen met en zonder lijstje, mensen die de prijs van alle produkten
vergelijken. ‘De lichtheid van rijkdom: etenswaren kopen zonder van te voren
naar de prijs te kijken’. Ze observeert
de verkopers, de velen die ze aantreft bij de informatica-afdeling, allemaal
jongemannen, aristocratisch en superieur in hun bejegening van de klanten. Ze
gaat vaak naar de boekenafdeling. Daar is geen enkele verkoper, alleen bordjes
die de klanten verbieden de tijdschriften en boeken ter plekke te lezen. Ze
ziet hoe dociel de mensen in de rij blijven staan, ellenlange rijen: ‘de plus
en plus sûre que la docilité des consommateurs est sans limites’. Ze
constateert dat de hypermarché de enige plek is waar alle bevolkingsgroepen
elkaar kruisen, moeders met kinderen, vrouwen met hoofddoeken of met man, jonge
stellen, werkenden en werkelozen, rijken en daklozen. Ze komen hoogstens ieder
op hun eigen moment en verschillen in tempo. Ze ziet hoe mensen soms hardop
spreken, op zoek naar een praatje, even los uit hun eenzaamheid. ‘Les sardines
au piment, c’est pas pour moi!’. Ze hoort een groepje jongens lachen als ze het
enige meisje stuk voor stuk verzekeren dat ‘het écht niet van mij’ kan zijn.
Zo licht
Ernaux aan de hand van haar bezoeken aan de hypermarché onze maatschappij door –
helder en hard. ‘Tous trop fatigués, et bientôt nous serions dehors, enfin
sortis de la nasse, oublieux, presque heureux. Nous sommes un communauté de
désirs, non d’action’.
Annie
Ernaux, Regarde les lumières mon amour. Seuil. 71 blz. www.raconterlavie.fr.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten