Inspiratie is een
mythe, schrijft Jean-Philippe Toussaint in zijn meest recente boek L'urgence et la patience. Het gaat bij
het schrijven om twee hele andere begrippen: geduld en urgentie. Urgentie moet
je veroveren, het is een zoektocht, je moet ernaar toe werken, je
onderdompelen, heel diep gaan, het is als diepzeeduiken. Pas als je ver onder
het wateroppervlak bent, verdwijnt de herinnering aan bestaande personen en zie
je nieuwe schaduwen verschijnen. Pas in die duistere zone waar geen straaltje
zon meer doordringt, pas in die troebele wereld tussen feit en fictie heb je de
juiste afstand bereikt om de wereld opnieuw te scheppen. En dan nog: die ideale
situatie kan door het minste of geringste worden verstoord.
Diepzeebeelden,
zwembaden, stortbuien - water is een terugkerend thema bij de bekende
Franstalige schrijver die in 1985 debuteerde met zijn roman De badkamer. In
zijn debuut installeert de verteller zich permanent in zijn bad; in De
televisie ontmoet hij, naakt aan de oever van een meer, Cees Nooteboom, die hij
ongemakkelijk naar de eenden laat kijken; en in zijn meest recente vertaalde roman,
De waarheid omtrent Marie, regent het betekenisvol pijpestelen. Toch is Toussaints
werk allerminst druilerig, maar juist vrolijk, licht van toon, hilarisch en vaak op
het burleske af. In zijn
meest recente romantrilogie over Marie, waarvan het derde deel werd genomineerd
voor de Europese literatuurprijs, is een melancholieke ondertoon geslopen,
superieur en minimalistisch verwoord. De zoektocht naar de vrouw, het spel van
aantrekken en afstoten, kijken en aanraken - heel het magnetisch veld van
geduld oefenen en aanvoelen van de urgentie van het moment wordt ook bij
Toussaint met onuitgesproken verlangen gekleurd.
Toussaint is een
kunstenaar van het woord én van het beeld. Schrijft hij over zijn uitgever, de
inmiddels overleden Jérôme Lindon ontmoet, dan gaat het over diens kantoor,
zijn blik, zijn bewegingen. Beschrijft hij zijn liefde voor Beckett, dan gaat
het evengoed over het traject van bus 63, die heel Parijs doorkruist. Zijn
romans zijn filmisch. De plot is vaak in één zin samen te vatten (man sluit
zich op in de badkamer of man en vrouw gaan uit elkaar), maar de echte verhaallijn
die zich op je netvlies vormt is genuanceerd en niet in woorden te vatten. In
De waarheid omtrent Marie zitten onvergetelijke scènes, zoals die van het
personage Jean Christophe de G., die je na het bedrijven van de liefde een
hartaanval ziet krijgen. Of die van het renpaard dat, in de stromende regen,
ontsnapt en in het donker over de landingsbaan van Tokyo rent. Of het beeld van
de allesverwoestende brand in de stallen op het eiland Elba, dat ook in eerder
werk van Toussaint een rol speelde.
Onlangs kreeg de
schrijver van Musée het Louvre carte blanche om een zaal in te richten met
kunstwerken uit de eigen collectie. Hij creërde in de zaal waar het doorgaans
stemmig duister is een installatie van felgekleurde neonlichten, een ruimte van
Babel, met het woord 'boek' in twintig
talen (de talen waarin zijn werk is vertaald). Hij vroeg zijn
schrijversvrienden te poseren voor het beroemde schilderij van Fantin Latour,
Hommage à Delacroix. Ieder van hen liet hij bovendien fotograferen voor een
schilderij, dat volgens hem aan de betreffende persoon verwant was: Olivier
Rolin (auteur van De leeuwenjager) voor Jeune tigre jouant avec sa mère van
Eugène Delacroix, Jean Echenoz voor het zelfportret van Nicolas Poussin en
Pierre Bayard voor het portret van Denis Diderot van Jean Honoré Fragonard.
In een glazen
douchekabine even verderop zat een man te lezen, badmuts op, elektroden op zijn
hoofd, verbonden met een enorm beeldscherm dat zijn hersenactiviteit tijdens
het lezen weergaf. Fel rood en geel gekleurde vlakken à la Rothko schoven in en
uit elkaar, grillige vormen gaven aan hoe de hersenen reageerden op de gelezen
tekst.
Onzin natuurlijk,
helemaal fake. Maar ook net echt, want onderzoek naar hersenen en leesgedrag
deed Toussaint wel degelijk. Het maakt hem tot het prototype van de nieuwe
schrijver: een die niets van inspiratie moet hebben, maar een die de mythe van
de schrijver op alle mogelijke multimediale manieren vorm geeft en uitdraagt - niet
zonder zelfspot, speels en vernieuwend.
Jean-Philippe
Toussaint, De waarheid omtrent Marie, vertaald door Marianne Kaas, Prometheus,
199 blz, prijs € 19,95
L'urgence et la
patience, Minuit, 107 blz, € 11
La main et le regard,
Livre/Louvre, Louvre Editions, 217 blz, € 29
Geen opmerkingen:
Een reactie posten