In februari kondigde de
directie van het Institut néerlandais aan te stoppen met de programmering van
maatschappelijke debatten en literatuur. Ook van de taalcursussen wilde men af.
Afgelopen vrijdag maakte het ministerie van Buitenlandse Zaken bekend dat zij
het institut wil sluiten. Wat een waarschuwingsschot leek, bleek de
aankondiging van de zware tankdivisie.
Wat bezielt minister
Rosenthal om het Institut néerlandais, in 1957 door de Nederlandse staat zelf
opgericht zo plotseling, nog tijdens de demissionaire periode van het kabinet,
tijdens het reces van de volksvertegenwoordigers, te willen sluiten? Het
College van Toezicht spreekt van een 'overvaltechniek' en heeft, behoudens de
voorzitter, de vers benoemde ambassadeur Ed Kronenburg, zijn ontslag ingediend.
De culturele activiteiten zullen 'anders worden georganiseerd', schrijft het ministerie,
'de werkwijze in Parijs zal in de toekomst meer aansluiten op die van de
vertegenwoordigingen in andere belangrijke culturele centra als New York,
Londen en Berlijn. Culturele programma's zullen vanuit de ambassade tot stand
komen.'
De eerste ambassade die
interessante, gedurfde culturele activiteiten organiseert moet nog geopend
worden. De meeste ambassades hebben de kennis en de kunde niet in huis om maar
een fractie te initiëren van wat een onafhankelijk cultureel instituut op poten
kan zetten, nog afgezien van het feit dat dat niet hun missie is. Buitenlandse
Zaken is flink aan het snijden in het aantal culturele attachés. Onlangs waren
ze in Amsterdam bijeen, de mannen en de vrouwen die een dialoog tot stand
moeten brengen tussen de Nederlandse cultuur en die van het land waar ze
verblijven. Hun missie? Niet de culturele of intellectuele uitwisseling, maar economisch gewin. Economische diplomatie
is verheven tot het enige buitenlandse instrument van de BV Nederland. Het
internationaal cultuurbeleid is vereenvoudigd, verengd tot de euro.
Het Institut
néerlandais heeft, net als het instituut in Jakarta en Athene, een functie die
nooit door een ambassade kan worden uitgevoerd. Het is het belangrijkste doorgeefluik,
podium en uitvalsbasis voor de Nederlandse taal en cultuur in Frankrijk. Maar
het heeft ook een makelaarsfunctie waarbij Franse en Nederlandse organisaties
aan elkaar worden gekoppeld en wederzijds ervaringen worden uitgewisseld en
know how gedeeld. En het Institut is de ontmoetingsplaats voor kunstenaars,
beleidsmakers, historici, academici - maar vooral voor de gewone Fransman en de
gewone Nederlander. De aangekondigde sluitingsoekaze laat wederom zien welke
wind er waait in ons land. Nederland
heeft wel de ambitie wereldhandelsreiziger te zijn, maar toont iedere dag weer
een provinciaalser gezicht. Ramen dicht, navelstaren, kop in het zand, tulpen
verkopen.
Het
personeel laat het er niet bij zitten en vraagt, middels een gisteren verstuurd
persbericht, ook op juridische gronden het besluit op te schorten. Sinds het
waarschuwingschot van februari werd er, zo blijkt ook uit de gisteren door het
personeel uitgestuurde reactie, gewerkt aan de 'ontwikkeling van een
businessplan voor de bedreigde onderwijsafdeling, het formuleren van een aantal
reële alternatieven voor de destijds uitgesproken beleidsplannen en de
professionalisering van de fondsenwerving'.
De situatie is complex:
naast het IN en BZ is de Fondation Custodia, de eigenaar van het pand aan de
Rue de Lille, de derde sleutelspeler. De stichting beheert en exposeert de
collectie tekeningen en prenten van Frits Lugt. Door de jaren heen is er vaker
geruzied - ditmaal hebben directie en Raad van Toezicht kennelijk geen
oplossing kunnen vinden - , maar nooit leidde dit tot een onoverbrugbaar
conflict met desastreuze gevolgen. Benoem een commissie, doe een poging een
doorstart te forceren en vooral: laat partijen het prevalerende culturele én
economische belang van goede relaties met een van de machtigste Europese landen
inzien!
Frankrijk behoort voor
Buitenlandse Zaken tot de zogenaamde 'prioriteitslanden', landen waarmee
Nederland een gepriviligieerde relatie wil onderhouden en waar dus extra
aandacht naar uit dient te gaan. Sluiting van het belangrijkste instituut dat
de wederzijdse belangen beheert is een wel heel uitzonderlijke interpretatie
van het woord. Eerder beëindigde Nederland eenzijdig de subsidie voor de
Frans-Nederlandse Akademie, die samenwerking tussen kennisinstellingen
bevorderde. Cultuur is voor de Fransen van oudsher een instrument geweest in de
geopolitieke ambities van het land - veel meer dan voor Nederland. Maar ook de
Franse tegenhanger van het IN in Nederland, het
Institut Français in Amsterdam, krijgt jaarlijks minder budget. Ook dit
instituut zit in een mooi, relatief duur pand in het centrum van Amsterdam en
worstelt met de kosten. Het valt te hopen dat de botte bijl waarmee de
Nederlandse regering haar culturele banden met Frankrijk wil doorhakken, niet als
een desastreuze, economische boemerang naar Nederland terugkeert.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten