Guy Walter is het boegbeeld van de Villa Gillet in
Lyon, de motor achter het literaire evenement Les Assises du Roman en een
aantal andere grote, internationale, ook niet-literaire festivals in Frankrijk
en in New York. Maar hij is ook schrijver. Onlangs verscheen van hem een
prachtige verhalenbundel Outre mesure,
bij uitgeverij Verdier.
Verhaal, gedicht, beschouwing, een schilderij van
woorden - er is eigenlijk geen genreaanduiding te bedenken voor wat Walter in zijn
boek doet. Als lezer laat je je meevoeren in zijn schitterende taalgebruik, dat
meer van poëzie dan van proza weg heeft. Hij heeft het over Rimbaud en
Verlaine, over de schilders Antonio Mancini, over Trophime Bigot en Quentin
Varin. Over hun vaders, het licht dat ze zoeken, over onuitgesproken
vriendschap, hun 'folie'. Ze zijn volstrekt onbekend, maar Walter brengt ze van
binnenuit, alsof hij ze heeft gekend. Hij psychologiseert niet, maar wijst op
details. De hoeken van de tafel waaraan Fantin-Latour Verlaine en Rimbaud
schildert, staande temidden van de Parnassiens, de literaire avant-garde van
zijn tijd.
Zijn personages zoeken hun weg, ontdekken hun
lichaam, hun seksualiteit. Ze laten hun tienertijd achter zich, weten dat ze
voorbestemd zijn voor een leven dat anders is dan dat van de anderen. Ze worden
gedreven door wat Hella S. Haasse de 'daimoon' noemde, de kracht van de
creativiteit, met het vonkje 'folie' dat daarbij hoort. In het eerste récit
lijkt Walter zichzelf meer plaats te geven dan in de andere vier verhalen.
Zelden heb ik elders zo prachtig gelezen welke impact de kennismaking met de
kunst, met de literatuur, met de schilderkunst kan hebben op een adolescent.
Kunst laat de wereld openspringen, zei Haasse me ooit, en dat is precies wat
Walter hier onder woorden weet te brengen. Wie wil lezen wat kunst vermag, leze
Outre mesure. Het hier parafraseren
zou slechts een bleke weergave kunnen zijn van zijn messcherpe, poëtische stijl.
'Je savais d'ores et déjà que je n'étais pas tout à
fait pareil, pas tout à fait un garçon comme les autres, et parfois le pas tout
à fait, le d'ores et déjà, m'empêchaient de respirer et je compris tout de
suite, sans attendre, que respirer, ce serait ce qu'il me faudrait défendre,
que c'était même la seule chose qu'il faudrait que je sache défendre, tout ma
vie, envers et contre tout.'
'J'ai compris que tous ces poèmes faisaient souffler
le vent dans les veines, battre le coeur, oui, et que c'était cela la grandeur,
l'agrandissement, et que plus jamais je n'aurais peur, que ce serait impossible
pour moi d'avoir peur, fini la peur, parce qu'il me suffisait de respirer pour
être aux dimensions de la nuit, aux dimensions du jour.'
Guy Walter, Outre mesure, Verdier, 89 blz, € 11
Geen opmerkingen:
Een reactie posten