Deze week kreeg dr José Antonio Abreu uit Venezuela de Erasmusprijs 2010 (http://www.erasmusprijs.org/nl/) .
De 'maestro' bleek klein, kaal, maar voorzien van stralende, felle ogen waar zijn hele energie in leek te zitten. Zijn hele leven heeft Abreu in dienst gesteld van de muziek, muziek voor kinderen. Hij zette jeugdorkesten op, overal in het land, vervolgens buiten de grenzen van Venezuela en bracht kinderen uit kansarme gezinnen in aanraking met een wereld van inspiratie en gemeenschappelijkheid, verre van de straat, drugs en prostitutie. Alle kinderen krijgen een instrument op voorwaarde dat ze dagelijks, in zijn eigen woorden 'tot middernacht', oefenen in het symfonieorkest waarin ze zijn ingedeeld.
Onvermoeibaar werkt deze nog steeds gepassioneerde musicus aan de verwezenlijking van wat hij als zijn missie ziet. Zijn organisatie, El Sistema, telt inmiddels 175 werknemers, allen op jonge leeftijd begonnen. De paar medewerkers die Abreu in Amsterdam vergezelden spraken net zo hartstochtelijk over hun werk als de meester zelf: armoedebestrijding, sociale cohesie, levensvreugde, muziektalent.
Het concert dat het Teresa Carreño Youth Orchestra of Venezuela, een van El Sistema's toporkesten, donderdagavond gaf in het Concertgebouw was een mooie mix van klassieke Europese en swingende Zuid-Amerikaanse muziek. Bernstein, Chávez, Copland, de vijfde symfonie van Tsjaikovski. Gevolgd door vele swingende toegiften, waarbij het in de vaderlandse kleuren gehulde orkest zich ontpopte tot wavende dansers met hun instrument in de hoofdrol.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten